Als je relatie of huwelijk eindigt komt het vaak voor dat een van de partijen een andere woning moet zoeken. Dan is de vraag ook of je een huis in dezelfde of een andere woonplaats wil zoeken. Normaal gesproken is dit geen probleem en ben je vrij om te gaan en staan waar wil wil. Echter als jullie kinderen hebben gelden er andere regels. Indien beide ouders gezag hebben, dan kan de ene ouder niet zonder toestemming van de andere ouder verhuizen. Vooral niet als de afstand erg groot wordt waardoor de andere ouder wordt beperkt in de omgang met de kinderen. Soms best lastig, want wat als je een nieuwe partner hebt in een andere plaats. Of wat als je dichter bij je familie wilt gaan wonen? Het levert soms lastige vraagstukken op. Hoe oordeelt het Hof over dit soort situaties? In deze blog behandelen we een casus.
Praktijkvoorbeeld: moeder verhuist na scheiding
Moeder heeft een relatie beëindigd. Samen met vader heeft zij twee kinderen. Vader heeft de kinderen erkend en beide partijen oefenen gezamenlijk het gezag uit. Beide ouders komen uit de Achterhoek en woonden daar ook als gezin. Na de scheiding verhuist moeder met de kinderen naar het noorden van het land. Ze verhuist zonder enig overleg en toestemming van vader. Doordat de afstand tussen beide ouders dusdanig groot is, kan vader onmogelijk een substantiële rol spelen in de opvoeding van de kinderen. De vader verzoekt de moeder terug te verhuizen met de kinderen. De rechtbank gaat hier in mee. Moeder is het niet eens en gaat in hoger beroep. Ze meent dat het niet in het belang is van de kinderen om terug te verhuizen. Het gaat goed met de kinderen en zij wonen inmiddels al anderhalf jaar lang in hun nieuwe woonplaats. Zij heeft daar een rustige nieuwe basis kunnen leggen voor de kinderen.
Juridisch kader
Het Hof dient een zodanige beslissing te nemen in het belang van het kind. Uit vaste jurisprudentie volgt dat het belang van het kind als eerste meetelt, echter dat er in sommige situaties andere belangen zwaarder kunnen wegen. Het is aan de rechter om deze afweging te maken. Het Hof moet alle omstandigheden meewegen en alle belangen van de betrokken afwegen. Hieronder vallen zaken als:
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de minderjarige, zijn mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
Het oordeel van het Hof
Het Hof laat zich onder andere adviseren door de Raad van de Kinderbescherming. Het Hof oordeelt vervolgens dat het in het belang van de kinderen is dat de moeder weer dichterbij de vader gaat wonen. In de beschikking komt een straal van 30 autominuten te staan wat het Hof redelijk en haalbaar acht. Het feit dat moeder inmiddels al anderhalf jaar gesetteld is in het Noorden en daar in haar optiek een rustige situatie heeft gecreëerd staat een terugverhuizing niet in de weg. Kinderen zijn flexibel genoeg om terug te gaan naar hun oude vertrouwde omgeving of wel een andere woonplaats dichterbij de Achterhoek. Het Hof stelt ook dat de moeder zelf deze lastige situatie heeft veroorzaakt door zonder toestemming of overleg helemaal in het Noorden te gaan wonen.
Oordeel: moeder wordt verplicht terug te gaan naar de Achterhoek en wel op een afstand van maximaal 30 autominuten. Doet moeder dit niet, dan wordt er een dwangsom opgelegd van €50 euro per dag om zo moeder daadwerkelijk te bewegen terug te verhuizen.